Cursus Klachtbehandeling

De burger die te maken krijgt met bestuursorganen, heeft het recht een klacht in te dienen. In de praktijk worden veel klachten ingediend over bejegening, gedrag en over de wijze waarop bevoegdheden worden toegepast.

Deze ééndaagse cursus is bedoeld voor klachtbehandelaars bij bestuursorganen. Aan de orde komen de competenties voor een professionele klachtbehandeling. De hoofddoelstelling van de klachtbehandeling wordt behandeld.

De soorten klachtrecht (intern en extern klachtrecht) worden toegelicht. De informele en formele interne klachtafhandeling worden behandeld. De hoorplicht bij de formele klachtbehandeling wordt besproken. De specifieke klachtbehandeling bij klachten tegen buitengewoon opsporingsambtenaren worden behandeld.

De bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht voor interne en externe klachtbehandeling worden toegelicht.

 
 
 
 

Sfeerovergang en sfeercumulatie

In de praktijk van toezicht en opsporing zijn er functionarissen die alleen toezichthouder zijn. Maar er zijn ook functionarissen met ‘dubbele petten’. Denk aan de politie en aan buitengewoon opsporingsambtenaren die beiden tevens toezichthouder zijn. Wat verder een factor van complicerende aard is, is dat tijdens toezicht strafbare feiten worden ontdekt. Deze strafbare feiten kunnen in een aantal gevallen met punitieve sancties worden bestraft. Soms gaat het dan om bestuursrechtelijke sancties, zoals de bestuurlijke boete. En soms gaat het om strafrechtelijke straffen, zoals geldboetes, gevangenisstraf of hechtenis. Em om het nog gecompliceerder te maken, is het soms mogelijk een keuze uit óf een bestuurlijke punitieve sanctie te maken óf een strafrechtelijke sanctie. Tel daarbij op dat in een aantal gevallen ook een zogenaamde reparatie sanctie zoals last onder bestuursdwang/last onder dwangsom kan worden toegepast. Wat zijn de rechten van de betrokkene in dat geval? Wanneer gaat toezicht over in strafrechtelijk onderzoek? En hoe dienen de functionarissen hierbij de beginselen uit artikel 6 van het EVRM te waarborgen? Hoe dient dit in de stukken (rapporten en processen-verbaal) verantwoord te worden? Soms wordt ook een controle of inspectie uitgevoerd vooruitlopend op een eventueel opsporingsonderzoek. Welke waarborgen dienen dan te worden toegepast?

In deze cursus van één dag komen de volgende onderwerpen aan de orde

  • Verschil tussen toezicht en opsporing
  • Wanneer toezichthoudende bevoegdheden mogen worden toegepast
  • Voorwaarden voor het toepassen van opsporingsbevoegdheden (zowel uit de Wet op de economische delicten als uit het Wetboek van Strafvordering)
  • Eendaadse en meerdaadse samenloop
  • Wat is sfeerovergang
  • Wat is sfeercumulatie
  • De criminal charge
  • het nemo tenetur-beginsel
  • De cautieverplichting
  • Het verschoningsrecht
  • Het onderscheid tussen wilsafhankelijk en wilsonafhankelijk materiaal
  • Het una via beginsel
  • Het ne bis in idem beginsel
  • Relevante jurisprudentie
  • Verantwoording door toezichthouders en opsporingsambtenaren in hun stukken (rapport en proces-verbaal)
 
 

Cursus privacyrecht voor toezichthouders en handhavers

Per 25 mei 2018 trad de Algemene verordening gegevensbescherming (Avg) in werking. Gelijktijdig werden de Wet politiegegevens (Wpg) en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg) aangepast. Deze ééndaagse cursus geeft duidelijkheid aan toezichthouders en handhavers wat dit voor hun dagelijkse praktijk betekent. Na de cursusdag zijn de cursisten met voldoende kennis toegerust om in de dagelijkse toezicht- en handhavingspraktijk met inachtneming van de AVG te werken.

De cursisten zijn in staat partijen bij wie persoonsgegevens wordt gevraagd c.q. gevorderd aan te geven wat de wettelijke basis is voor de verstrekking. Tevens zijn de cursisten in staat te beoordelen welke persoonsgegevens al dan niet verwerkt mogen/kunnen worden. Daarnaast kennen de cursisten de legitieme kaders voor eventuele verstrekking van persoonsgegevens.

Het programma

  • Inleiding op de Algemene verordening gegevensbescherming (Avg) en de Uitvoeringswet Avg
  • De beginselen die het uitgangspunt vormen bij de bescherming van persoonsgegevens
  • Wanneer de Avg van toepassing is op gegevensverwerking
  • Persoonsgegevens en wanneer deze worden verwerkt
  • Bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard
  • Gebruik van het burgerservicenummer
  • Gerechtvaardigde verwerkingsdoelen
  • Uitzonderingen op het verbod bijzondere categorieën van persoonsgegevens te verwerken
  • De rechten van degene van wie gegevens verwerkt zijn
  • De Wet politiegegevens (Wpg)
  • Het Besluit politiegegevens (Bpg) en andere relevante besluiten Wpg
  • Het Besluit politiegegevens buitengewoon opsporingsambtenaar (Bpgboa)
  • De aanwijzing Wpg en de rol van de officier van justitie
  • De Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg) en het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens (Bjsg)
  • De aanwijzing Wjsg
  • De rol van bijzondere wetten
  • De toepassing van de privacyregels in de praktijk
  • De geheimhoudingsplicht van de toezichthouder en de boa
  • Het legitiem kader voor het verstrekken van persoonsgegevens door de toezichthouder en de boa
 

Cursus opstellen Boeterapport

Na afloop van deze tweedaagse cursus zijn de deelnemers in staat een kwalitatief volwaardige rapportage op te stellen. Deze rapportage is essentieel voor de beslissing of al dan niet een bestuurlijke boete wordt opgelegd.

Tijdens de cursus komen de volgende onderwerpen aan de orde:

  • De voor het boeterapport wettelijke vereisten als genoemd in de Awb
  • De conclusies van de advocaat-generaal, staatsraad van het Koninkrijk der Nederlanden over onderdelen van de boeterapportage, alsmede relevantie jurisprudentie
  • Omschrijving voor de aanleidingen het onderzoek
  • De 7 gouden W’s;
  • Het verwerken van de bestanddelen van het beboetbare feit in het boeterapport;
  • Redenen van wetenschap;
  • De verklaring van de getuige dan wel de weergave van gevraagde/gevorderde inlichtingen
  • De verklaring van de vermeende overtreder
  • Onderzoek naar aanleiding van de verklaringen van de getuige en de vermeende overtreder
  • Het gevaar van tunnelvisie en het fairplay beginsel
  • Het aspect verwijtbaarheid als essentieel bestanddeel
  • De bewijsplicht van het bestuursorgaan
  • De diverse graduaties van verwijtbaarheid in relatie tot het al dan niet matigen van de bestuurlijke boete
  • Hoofd- en bijzaken
  • Kwaliteit van de zinnen (summier, de cursisten worden geacht grammaticale kennis te hebben)
  • Chronologische volgorde van het boeterapport;
  • Beknopt en duidelijk rapporteren (werken met bijlagen)